Wat maakt vragen stellen toch zo moeilijk? Sinds een tijdje oefen ik er bewust mee: meer vragen stellen in gesprekken. Maar dat valt niet mee. Vaker wel dan niet vind ik dat het in een gesprek weer niet helemaal gelukt is. Ik betrap mezelf er regelmatig op vooral te willen zenden: hoe ik tegen de betreffende kwestie aankijk, welke mening ik erover heb. Of ik moet toch echt dat advies kwijt dat in mijn gedachten rondgaat. Alleen maar luisteren en vragen stellen is verdomd moeilijk.
Onlangs las ik Socrates op sneakers. Filosofische gids voor het stellen van goede vragen van praktisch filosofe Elke Wiss. Zij geeft verschillende redenen waarom wij mensen het stellen van vragen zo moeilijk vinden. Zo hebben veel mensen volgens haar ‘vraagvrees’. Het stellen van vragen kan leiden tot ongemak, bij de ander en bij jezelf, en soms tot conflicten. Daarbij scoort het ventileren van een mening of overtuiging in deze tijd meer punten. Ook denken we dat het stellen van vragen ons teveel tijd kost, tijd die we per definitie niet meer lijken te hebben. En hoe vaak schieten we niet in de ‘help- en adviesreflex’ en duiken we bovenop het probleem van de ander?
Volgens Elke Wiss begint het stellen van vragen bij de attitude die je aanneemt. Het stellen van goede vragen staat of valt met je houding. De helft van het boek gaat dan ook over de socratische houding en wat die inhoudt. De socratische houding begint bij verwondering en nieuwsgierigheid. Voor het stellen van goede vragen is het nodig dat je het antwoord écht wilt horen. Dat je wilt weten hoe het met de ander gaat en de ander wilt begrijpen. Als mensen oordelen we voortdurend over een ander, dat is een gegeven. We hebben bijvoorbeeld altijd een eerste indruk, al is het maar onbewust. Een socratische houding vergt dat je dit oordeel registreert en het vervolgens totaal niet serieus neemt. Verder neem je de empathische nulstand aan. Dit houdt in dat je de emoties van de ander registreert, maar niet gaat mee-lijden of mee-voelen. Dat vergt enige afstand inbouwen en proberen van daaruit waar te nemen en te reageren. En de houding van Socrates vergt het kunnen verdragen van emoties en ongemak. In de rest van het boek werkt Wiss uit hoe vanuit deze houding vragen te stellen. Dat begint met goed luisteren en het vragen van toestemming aan je gesprekspartner, om bijvoorbeeld door te mogen vragen.
Ik las in Socrates op sneakers een belangrijke bijdrage aan onze jeugdhulpsector in transformatie. Zou het ons allemaal geen goed doen wat meer deze socratische houding aan te nemen? Door onze oordelen te registreren en vervolgens totaal niet serieus te nemen? Door onze overtuigingen en aannames even te laten voor wat ze zijn en met een ‘leeg hoofd’ waar te nemen en luisteren? En vervolgens verder vooral veel vragen te stellen? Dat is in ons vak nooit afdoende, maar brengt ons wel een heel eind op weg. Vragen zet een ander aan tot denken, zeker als ze passend zijn bij wat voorligt en goed getimed zijn. Ik heb het sterke vermoeden dat dit de beoogde en gewenste verandering zomaar eens een echte impuls zou kunnen geven.
Zie voor meer informatie: https://www.denksmederij.nl/socrates-op-sneakers-website.html.