Nieuwe taal of bewuster gebruik van taal?

Een aankondiging van iets nieuws of vernieuwends, ik merk steeds vaker dat het leidt tot diepe zuchten of tot regelrechte irritatie. Geen professional gelooft meer dat iets nieuws ook echt nieuw is. Of ze denken dat ze hun werk tot dan toe niet goed deden. Een ander woord dat aan uitholling lijdt is ‘de bedoeling’ (ontleend aan het boek Verdraaide organisaties van Wouter ’t Hart). Steeds meer jeugdhulporganisaties willen terug naar hun bedoeling, naar dat waar ze ooit voor zijn ingericht. Sympathiek, dat zeker. Maar meestal hoor ik vervolgens niet wat die bedoeling precies inhoudt. Veel meer woorden bleken tijdens een bijeenkomst rond het position paper Veerkrachtig opgroeien dringend aan vervanging toe. Wat dacht je van: eigen kracht, de doelgroep, hulpverlener, cliënt, op- en afschalen en productie.

Nieuwe taal nodig

Tijdens deze geanimeerde bijeenkomst op 6 april in Utrecht spraken we over taal, hoe taal schept en over hoe woorden en woordgebruik bepalend zijn in het contact tussen mensen. De auteurs van het position paper stellen dat er nieuwe taal nodig is. Oude begrippen hebben ons ver gebracht, maar de benodigde transformatie – die eigenlijk nog goed op gang moet komen – vraagt om nieuwe taal. Ze doen daarvoor een aantal voorstellen: veerkracht, sociale vindingrijkheid en situationele gelijkheid. Niet omdat die woorden per se tot de benodigde nieuwe taal moeten behoren. Het doel is vooral een dialoog over taal binnen de jeugdhulp op gang te brengen.

Belang van taal

Die middag zette me aan het denken over taal en de verschuivende betekenissen van taal. Immers, woordkeuze is, naast toon en non-verbale signalen, bepalend voor het contact en de communicatie tussen twee mensen. De betekenissen die we aan hetzelfde woord geven, kunnen soms mijlenver uit elkaar liggen. Daarnaast blijken betekenissen van woorden ook te verschuiven. Eigen kracht is hiervan een goed voorbeeld. De Eigen Kracht-conferenties waren jarenlang toonaangevend en vooruitstrevend in het versterken van de positie van familieleden, buren en andere mensen om kinderen en ouders heen. En nu is de term uitgehold en verworden tot onaantrekkelijke beleidstaal.

Bewust taalgebruik

De bijeenkomst maakte me er verder van bewust dat we verschillende soorten taal hebben binnen de jeugdhulp: taal die ouders, kinderen en hulpverleners onderling gebruiken (bij voorkeur gewone mensen-taal), vakjargon van hulpverleners en taal van beleidsmakers en politici. Die verschillende talen lopen soms door elkaar heen, vermengen zich en leiden tot onhandig gebruik. Vakjargon lijkt daarbij onwenselijk geworden. Terwijl vakjargon – zoals diagnoses in de DSM– ervoor zorgt dat we als professionals elkaar kunnen verstaan en met hetzelfde woord hetzelfde bedoelen. De diagnoses in de DSM werden een probleem toen financiers aan een diagnose behandelingen met prijzen gingen hangen. Daarmee kreeg het label een andere functie: het gaf toegang tot hulp. En in het dagelijks taalgebruik werd een diagnose als ADHD gelijkgesteld met een enkel kenmerk van het beeld. Daarmee vraagt een nieuwe taal voor de jeugdhulp niet alleen nieuwe woorden. Het vraagt vooral om een bewust en passend gebruik van woorden afhankelijk van de context waarin ze gebruikt worden. En om een voortdurende reflectie op de mogelijk verschuivende betekenissen. Want dat die betekenissen verschuiven is zeker. Iets nieuws invoeren was tot nog niet zo lang geleden uiterst aantrekkelijk.

Meer weten over het initiatief van Levi van Dam en Esther Alblas voor een nieuwe taal in de jeugdhulp? Bekijk de informatieve animatie op http://www.nieuwetaaljeugdhulp.nl. Op deze site is ook het position paper te downloaden.