Iedereen is nu in de ban van Brandon, de jonen van 18 met een lichte verstandelijke beperking en meerdere psychiatrische stoornissen, die in een tuigje geketend in een kleine kamer moet leven. Tijdens de samenvatting van het Kamerdebat toonde iedereen zich terecht geschokt. Een van de Kamerleden benadrukte hoe vreselijk het moet zijn om als ouders te zien dat je kind geen toekomst heeft. Die opmerking raakte me. Het is een van de fundamentele levensvragen van ieder mens, en ook van jongeren in instellingen: waarvoor leef ik, waar gaat mijn leven naartoe?
Regelmatig spreek ik met gedragswetenschappers in de jeugdzorg over het thema ‘perspectief’, ofwel het toekomstperspectief van kinderen en jongeren. Wat is het uiteindelijke perspectief dat hulpverleners nastreven, bijvoorbeeld als een jongere is opgenomen in een residentiële leefgroep? Gaat de jongere weer terug naar huis of is dat geen optie meer? Is het reëel om toe te werken naar een zelfstandig leven? En regelmatig krijg ik dan onduidelijke en soms ronduit vage antwoorden. Het hangt af van de mogelijkheden van de ouders, in hoeverre ze gemotiveerd zijn en of ze hun kind voldoende veiligheid kunnen bieden.
Dat zijn factoren die zeker een rol spelen, maar die op dat moment toch al lang duidelijk kunnen zijn? De meeste jongeren hebben bij de start van hun residentiële opname al veel hulp achter de rug. Collega’s van mij maakten een analyse van tachtig jongeren in residentiële instellingen in de provincie Brabant. Die liet zien dat bij bijna 20 procent van de jongeren het toekomstperspectief niet duidelijk was terwijl ze al enige tijd in de instelling verbleven. Dat maakt het bepalen welke hulp geboden moet worden eigenlijk onmogelijk.
Even belangrijk is dat de onzekerheid over hun toekomstperspectief jongeren niet in beweging zet. Immers, waarom zou je aan de slag gaan als je geen idee hebt waarvoor? Volgens mij is het de plicht van iedere hulpverlener om dat toekomstperspectief voor jongeren binnen enkele weken duidelijk te maken. Wel of niet naar huis – natuurlijk is de boodschap voor een jongere dat hij niet meer thuis kan wonen geen blijde. Maar nog erger is eindeloze onzekerheid daarover.
Oorspronkelijk gepubliceerd op de website van het Nederlands Jeugdinstituut, http://www.nji.nl.